Oude Testament

Nieuwe Testament

Jeremia 21:11-14 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

11. Over het koningshuis van Juda. Hoort het woord des Heren,

12. o huis van David: Zo zegt de Here: Oefent ten spoedigste recht en bevrijdt de beroofde uit de macht van de verdrukker, opdat mijn gramschap niet als een vuur uitsla en onuitblusbaar brande, om de boosheid uwer handelingen.

13. Zie, Ik zàl u! die daar zetelt in het dal, rots in de vlakte! luidt het woord des Heren, gij, die zegt: Wie zal tot ons afdalen, wie zal in onze schuilhoeken binnendringen?

14. Nu, Ik zal aan u bezoeking doen naar de vrucht uwer handelingen, luidt het woord des Heren, en Ik zal een vuur in haar woud ontsteken, dat haar gehele omgeving verteren zal.

Lees verder hoofdstuk Jeremia 21