Oude Testament

Nieuwe Testament

Jeremia 16:1-6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Ook kwam het woord des Heren tot mij:

2. Gij zult u geen vrouw nemen en gij zult geen zonen of dochters hebben te dezer plaatse;

3. want zo zegt de Here van de zonen en de dochters, die te dezer plaatse geboren worden, en van hun moeders die hen baren, en van hun vaders die hen verwekken, in dit land:

4. Aan dodelijke ziekten zullen zij sterven, zij zullen niet beklaagd noch begraven worden, tot mest op de akker zullen zij zijn; of door het zwaard en de honger zullen zij aan hun eind komen, en hun lijken zullen tot voedsel zijn voor het gevogelte des hemels en het gedierte der aarde.

5. Want zo zegt de Here: Gij moogt geen klaaghuis binnentreden, gij moogt niet gaan om rouwbeklag te doen en hun geen deelneming betonen, want Ik neem van dit volk mijn vrede weg, luidt het woord des Heren, de genade en het erbarmen!

6. Groten en kleinen zullen in dit land sterven zonder begraven te worden, men zal hen niet beklagen en niemand zal zich om hen insnijdingen maken of zich kaal scheren;

Lees verder hoofdstuk Jeremia 16