9. Gelijk een troep bandieten ligt een priesterschare op de loer; zij moorden op de weg naar Sichem. Waarlijk, wandaden bedrijven zij.
10. In het huis Israëls heb Ik afschuwelijke dingen gezien: daar is Efraïms ontucht; Israël heeft zich verontreinigd.
11. Ook voor u, Juda, is een oogst weggelegd, wanneer Ik in het lot van mijn volk een keer brengen zal.