Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 9:1-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. En God zegende Noach en zijn zonen en zeide tot hen: Weest vruchtbaar, wordt talrijk en vervult de aarde.

2. En de vrees en de schrik voor u zij over al het gedierte der aarde en over al het gevogelte des hemels, al wat zich op de aardbodem roert en alle vissen der zee; in uw hand zijn zij gegeven.

3. Alles wat zich roert, wat leeft, zal u tot spijze zijn; Ik heb het u alles gegeven evenals het groene kruid.

4. Alleen vlees met zijn ziel, zijn bloed, zult gij niet eten.

5. En waarlijk, Ik zal uw eigen bloed eisen; van al het gedierte zal Ik het eisen en van de mensen onderling zal Ik het leven des mensen eisen.

Lees verder hoofdstuk Genesis 9