Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 50:22-26 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

22. En Jozef bleef in Egypte wonen, hij en zijns vaders huis; en Jozef leefde honderd en tien jaar.

23. En Jozef zag van Efraïm het derde geslacht; ook de kinderen van Makir, de zoon van Manasse, werden op Jozefs knieën geboren.

24. En Jozef zeide tot zijn broeders: Ik ga sterven; God zal zeker naar u omzien en u uit dit land voeren naar het land, dat Hij Abraham, Isaak en Jakob onder ede beloofd heeft.

25. En Jozef deed de zonen van Israël zweren: God zal zeker naar u omzien; dan zult gij mijn gebeente van hier meevoeren.

26. En Jozef stierf, honderd en tien jaar oud, en men balsemde hem, en hij werd in een kist gelegd, in Egypte.

Lees verder hoofdstuk Genesis 50