Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 5:25-30 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

25. Toen Metuselach honderd zevenentachtig jaar geleefd had, verwekte hij Lamech.

26. En Metuselach leefde, nadat hij Lamech verwekt had, zevenhonderd tweeëntachtig jaar, en hij verwekte zonen en dochteren.

27. Zo waren al de dagen van Metuselach negenhonderd negenenzestig jaar; en hij stierf.

28. Toen Lamech honderd tweeëntachtig jaar geleefd had, verwekte hij een zoon,

29. en gaf hem de naam Noach, zeggende: Deze zal ons troosten over de moeitevolle arbeid onzer handen op deze aardbodem, die de Here vervloekt heeft.

30. En Lamech leefde, nadat hij Noach verwekt had, vijfhonderd vijfennegentig jaar, en hij verwekte zonen en dochteren.

Lees verder hoofdstuk Genesis 5