Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 5:2-11 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

2. man en vrouw schiep Hij hen, en Hij zegende hen en noemde hen „mens” ten dage, dat zij geschapen werden.

3. Toen Adam honderd dertig jaar geleefd had, verwekte hij (een zoon) naar zijn gelijkenis, als zijn beeld, en noemde hem Set.

4. En de dagen van Adam, nadat hij Set verwekt had, waren achthonderd jaar, en hij verwekte zonen en dochteren.

5. Zo waren al de dagen van Adam, die hij geleefd heeft, negenhonderd dertig jaar; en hij stierf.

6. Toen Set honderd vijf jaar geleefd had, verwekte hij Enos.

7. En Set leefde, nadat hij Enos verwekt had, achthonderd zeven jaar, en hij verwekte zonen en dochteren.

8. Zo waren al de dagen van Set negenhonderd twaalf jaar; en hij stierf.

9. Toen Enos negentig jaar geleefd had, verwekte hij Kenan.

10. En Enos leefde, nadat hij Kenan verwekt had, achthonderd vijftien jaar, en hij verwekte zonen en dochteren.

11. Zo waren al de dagen van Enos negenhonderd vijf jaar; en hij stierf.

Lees verder hoofdstuk Genesis 5