Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 5:13-28 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

13. En Kenan leefde, nadat hij Mahalalel verwekt had, achthonderd veertig jaar, en hij verwekte zonen en dochteren.

14. Zo waren al de dagen van Kenan negenhonderd tien jaar; en hij stierf.

15. Toen Mahalalel vijfenzestig jaar geleefd had, verwekte hij Jered.

16. En Mahalalel leefde, nadat hij Jered verwekt had, achthonderd dertig jaar, en hij verwekte zonen en dochteren.

17. Zo waren al de dagen van Mahalalel achthonderd vijfennegentig jaar; en hij stierf.

18. Toen Jered honderd tweeënzestig jaar geleefd had, verwekte hij Henoch.

19. En Jered leefde, nadat hij Henoch verwekt had, achthonderd jaar, en hij verwekte zonen en dochteren.

20. Zo waren al de dagen van Jered negenhonderd tweeënzestig jaar; en hij stierf.

21. Toen Henoch vijfenzestig jaar geleefd had, verwekte hij Metuselach.

22. En Henoch wandelde met God, nadat hij Metuselach verwekt had, driehonderd jaar, en hij verwekte zonen en dochteren.

23. Zo waren al de dagen van Henoch driehonderd vijfenzestig jaar.

24. En Henoch wandelde met God, en hij was niet meer, want God had hem opgenomen.

25. Toen Metuselach honderd zevenentachtig jaar geleefd had, verwekte hij Lamech.

26. En Metuselach leefde, nadat hij Lamech verwekt had, zevenhonderd tweeëntachtig jaar, en hij verwekte zonen en dochteren.

27. Zo waren al de dagen van Metuselach negenhonderd negenenzestig jaar; en hij stierf.

28. Toen Lamech honderd tweeëntachtig jaar geleefd had, verwekte hij een zoon,

Lees verder hoofdstuk Genesis 5