Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 49:12-19 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

12. Hij zal donkerder van ogen zijn dan wijn en witter van tanden dan melk.

13. Zebulon zal wonen aan het strand der wijde zee, ja, hij zal wonen aan het strand bij de schepen, en zijn zijde zal naar Sidon gekeerd zijn.

14. Issakar is een bonkige ezel, die tussen de stallingen ligt;

15. als hij ziet, dat de rust goed is, en dat het land liefelijk is, buigt hij zijn schouder om te torsen en leent zich tot slaafse herendienst.

16. Dan zal zijn volk richten als een der stammen Israëls.

17. Moge Dan een slang op de weg zijn, een hoornslang op het pad, die in de hielen van het paard bijt, zodat zijn berijder achterover valt.

18. Op uw heil wacht ik, o Here.

19. Gad, een bende zal hem belagen, maar hij zal hun hielen belagen.

Lees verder hoofdstuk Genesis 49