Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 48:1-3 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Hierna gebeurde het, dat men tot Jozef zeide: Zie, uw vader is ziek. Daarop nam hij zijn beide zonen met zich, Manasse en Efraïm.

2. Toen men aan Jakob meegedeeld had: Zie, uw zoon Jozef komt tot u, verzamelde Israël al zijn krachten en ging op het bed zitten.

3. En Jakob zeide tot Jozef: God, de Almachtige, is mij verschenen te Luz in het land Kanaän en heeft mij gezegend

Lees verder hoofdstuk Genesis 48