Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 47:18 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

Toen dat jaar ten einde was, kwamen zij tot hem in het tweede jaar en zeiden tot hem: Wij zullen het voor mijn heer niet verhelen dat, nu het geld op is en onze veestapel aan mijn heer is gekomen, er voor mijn heer niet anders overblijft dan ons lichaam en onze grond.

Lees verder hoofdstuk Genesis 47

Uitzicht Genesis 47:18 in verband