Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 46:8-13 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

8. Dit nu zijn de namen van de zonen van Israël, die in Egypte kwamen, van Jakob en zijn zonen. De eerstgeborene van Jakob was Ruben.

9. De zonen van Ruben waren Chanok, Pallu, Chesron en Karmi.

10. De zonen van Simeon waren Jemuël, Jamin, Ohad, Jakin, Sochar en Saul, de zoon van een Kanaänitische.

11. De zonen van Levi waren Gerson, Kehat en Merari.

12. De zonen van Juda waren Er, Onan, Sela, Peres en Zerach; doch Er en Onan waren in het land Kanaän gestorven; en de zonen van Peres waren Chesron en Chamul.

13. De zonen van Issakar waren Tola, Puwwa, Job en Simron.

Lees verder hoofdstuk Genesis 46