10. Hadden wij niet getalmd, dan zouden wij zeker al tweemaal terug zijn.
11. Toen zeide hun vader Israël tot hen: Indien het zo gesteld is, doet dan dit: neemt van het fijnste des lands in uw zakken en brengt die man een geschenk: een weinig balsem en een weinig honig, gom en hars, terpentijnnoten en amandelen.
12. En neemt dubbel geld mee; ook het geld, dat boven in uw zakken gelegd was, moet gij terugbrengen; misschien was het een vergissing.