Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 39:1-3 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Jozef nu werd naar Egypte gebracht; en Potifar, een hoveling van Farao, de overste der lijfwacht, een Egyptenaar, kocht hem van de Ismaëlieten die hem daarheen gebracht hadden.

2. En de Here was met Jozef, zodat hij een voorspoedig man werd, en hij woonde in het huis van zijn heer, de Egyptenaar.

3. Toen zijn heer zag, dat de Here met hem was, en dat de Here alles wat hij ondernam onder zijn hand deed gelukken,

Lees verder hoofdstuk Genesis 39