Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 31:44-48 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

44. Welnu, komaan, laten wij een verbond sluiten, ik en gij, opdat het tot een getuige zij tussen mij en u.

45. Daarop nam Jakob een steen en zette die overeind als een opgerichte steen.

46. Voorts zeide Jakob tot zijn verwanten: Brengt stenen bijeen. Toen haalden zij stenen en maakten een hoop en zij hielden daar bij die hoop een maaltijd.

47. Laban noemde hem Jegar-Sahaduta, en Jakob noemde hem Gal-Ed.

48. En Laban zeide: Deze steenhoop zij heden getuige tussen mij en u. Daarom noemde hij hem Gal-Ed,

Lees verder hoofdstuk Genesis 31