Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 30:5-10 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

5. Bilha werd zwanger en baarde Jakob een zoon.

6. Toen zeide Rachel: God heeft mij recht verschaft, ook heeft Hij mij verhoord en mij een zoon gegeven; daarom gaf zij hem de naam Dan.

7. Wederom werd Bilha, de slavin van Rachel, zwanger en baarde Jakob een tweede zoon.

8. Toen zeide Rachel: Op bovenmenselijke wijze heb ik met mijn zuster geworsteld, ook heb ik overmocht; en zij gaf hem de naam Naftali.

9. Toen Lea zag, dat zij had opgehouden te baren, nam zij haar slavin Zilpa en gaf haar aan Jakob tot vrouw.

10. En Zilpa, de slavin van Lea, baarde Jakob een zoon.

Lees verder hoofdstuk Genesis 30