Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 30:3-9 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

3. Maar zij zeide: Hier is mijn slavin Bilha, kom tot haar, en zij bare op mijn knieën, opdat ook ik uit haar gebouwd worde.

4. En zij gaf hem haar slavin Bilha tot vrouw; en Jakob kwam tot haar.

5. Bilha werd zwanger en baarde Jakob een zoon.

6. Toen zeide Rachel: God heeft mij recht verschaft, ook heeft Hij mij verhoord en mij een zoon gegeven; daarom gaf zij hem de naam Dan.

7. Wederom werd Bilha, de slavin van Rachel, zwanger en baarde Jakob een tweede zoon.

8. Toen zeide Rachel: Op bovenmenselijke wijze heb ik met mijn zuster geworsteld, ook heb ik overmocht; en zij gaf hem de naam Naftali.

9. Toen Lea zag, dat zij had opgehouden te baren, nam zij haar slavin Zilpa en gaf haar aan Jakob tot vrouw.

Lees verder hoofdstuk Genesis 30