Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 30:18-23 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

18. Toen zeide Lea: God heeft mij mijn loon gegeven, omdat ik mijn slavin aan mijn man gegeven heb; en zij gaf hem de naam Issakar.

19. Wederom werd Lea zwanger en baarde Jakob een zesde zoon. Toen zeide Lea:

20. God heeft mij een schoon geschenk gegeven; ditmaal zal mijn man bij mij wonen, omdat ik hem zes zonen gebaard heb; en zij gaf hem de naam Zebulon.

21. Daarna baarde zij een dochter en noemde haar Dina.

22. Toen gedacht God Rachel, en God verhoorde haar; Hij opende haar schoot,

23. en zij werd zwanger en baarde een zoon. Toen zeide zij: God heeft mijn smaad weggenomen;

Lees verder hoofdstuk Genesis 30