Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 30:10-15 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

10. En Zilpa, de slavin van Lea, baarde Jakob een zoon.

11. Toen zeide Lea: Het geluk is gekomen, en zij gaf hem de naam Gad.

12. En Zilpa, de slavin van Lea, baarde Jakob een tweede zoon.

13. Toen zeide Lea: Ik gelukkige! Voorzeker zullen de jongedochters mij gelukkig prijzen; en zij gaf hem de naam Aser.

14. Toen Ruben in de dagen van de tarweoogst naar buiten ging, vond hij op het veld liefdesappelen, die hij aan zijn moeder Lea bracht. En Rachel zeide tot Lea: Geef mij toch enige van de liefdesappelen van uw zoon.

15. Maar zij zeide tot haar: Is het niet genoeg, dat gij mijn man genomen hebt? En nu ook nog de liefdesappelen van mijn zoon nemen? Rachel zeide: Daarom mag hij vannacht bij u liggen voor de liefdesappelen van uw zoon.

Lees verder hoofdstuk Genesis 30