Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 3:19-22 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

19. in het zweet uws aanschijns zult gij brood eten, totdat gij tot de aardbodem wederkeert, omdat gij daaruit genomen zijt; want stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren.

20. En de mens noemde zijn vrouw Eva, omdat zij de moeder van alle levenden is geworden.

21. En de Here God maakte voor de mens en voor zijn vrouw klederen van vellen en bekleedde hen daarmede.

22. En de Here God zeide: Zie, de mens is geworden als Onzer een door de kennis van goed en kwaad; nu dan, laat hij zijn hand niet uitstrekken en ook van de boom des levens nemen en eten, zodat hij in eeuwigheid zou leven.

Lees verder hoofdstuk Genesis 3