Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 27:40-43 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

40. Maar van uw zwaard zult gij leven en uw broeder zult gij dienen. En het zal geschieden, wanneer gij u krachtig inspant, dat gij zijn juk van uw hals zult afrukken.

41. En Esau koesterde wrok tegen Jakob om de zegen, waarmede zijn vader hem gezegend had, en Esau zeide bij zichzelf: De dagen van de rouw over mijn vader zijn aanstaande; dan zal ik mijn broeder Jakob doden.

42. Toen aan Rebekka de woorden van Esau, haar oudste zoon, waren medegedeeld, liet zij Jakob, haar jongste zoon, roepen, en zeide tot hem: Zie, uw broeder Esau wil zich op u wreken door u te doden.

43. Nu dan, mijn zoon, luister naar mij, maak u gereed, vlucht naar mijn broeder Laban, in Haran,

Lees verder hoofdstuk Genesis 27