Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 24:60-63 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

60. En zij zegenden Rebekka en zeiden tot haar: Onze zuster, moogt gij tot duizenden van tienduizenden worden, en uw nageslacht bezitte de poort van zijn haters.

61. Toen maakte Rebekka zich met haar dienstmaagden gereed en zij reden op kamelen weg, en volgden de man. De knecht nam Rebekka mede en ging heen.

62. En Isaak kwam uit de richting van de put Lachai-Roï; hij woonde namelijk in het Zuiderland.

63. Isaak ging tegen het vallen van de avond uit om te peinzen in het veld. Hij sloeg zijn ogen op, en zag daar kamelen aankomen.

Lees verder hoofdstuk Genesis 24