Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 24:46-49 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

46. Toen liet zij snel haar kruik neerglijden en zij zeide: Drink, en ook uw kamelen zal ik drenken. Toen dronk ik, en ook de kamelen drenkte zij.

47. Daarop vroeg ik haar en zeide: Wiens dochter zijt gij? En zij zeide: De dochter van Betuël, de zoon van Nachor, die Milka hem gebaard heeft. Toen deed ik de ring aan haar neus, en de armbanden aan haar handen.

48. Ik boog mijn knieën en wierp mij neder voor de Here, en ik prees de Here, de God van mijn heer Abraham, die mij op de rechte weg geleid had om de dochter van de broeder van mijn heer voor zijn zoon te nemen.

49. En nu, indien gij liefde en trouw wilt bewijzen aan mijn heer, laat het mij weten; en zo niet, laat het mij ook weten, opdat ik mij naar rechts of naar links wende.

Lees verder hoofdstuk Genesis 24