Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 19:19-23 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

19. Zie toch, uw knecht heeft genade gevonden in uw ogen, en gij hebt mij een grote weldaad bewezen door mij in het leven te behouden, maar ik zal niet naar het gebergte kunnen ontkomen, zonder dat het onheil mij achterhaalt en ik sterf.

20. Zie toch, gindse stad is dicht genoeg bij om daarheen de wijk te nemen; zij is maar klein; laat mij toch daarheen vluchten; zij is immers klein? Dan zal ik in het leven blijven.

21. Toen zeide hij tot hem: Zie, ik zal u ook in dit opzicht ter wille zijn, dat ik de stad, waarvan gij gesproken hebt, niet zal omkeren.

22. Haast u, vlucht daarheen, want ik zal niets kunnen doen, voordat gij daar aangekomen zijt.

23. Daarom noemt men die stad Soar. De zon was over de aarde opgegaan, toen Lot te Soar aankwam.

Lees verder hoofdstuk Genesis 19