Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 11:10-23 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

10. Dit zijn de nakomelingen van Sem. Toen Sem honderd jaar oud was, verwekte hij Arpaksad, twee jaar na de vloed.

11. En Sem leefde, nadat hij Arpaksad verwekt had, vijfhonderd jaar, en hij verwekte zonen en dochteren.

12. Toen Arpaksad vijfendertig jaar geleefd had, verwekte hij Selach.

13. En Arpaksad leefde, nadat hij Selach verwekt had, vierhonderd drie jaar, en hij verwekte zonen en dochteren.

14. Toen Selach dertig jaar geleefd had, verwekte hij Eber.

15. En Selach leefde, nadat hij Eber verwekt had, vierhonderd drie jaar, en hij verwekte zonen en dochteren.

16. Toen Eber vierendertig jaar geleefd had, verwekte hij Peleg.

17. En Eber leefde, nadat hij Peleg verwekt had, vierhonderd dertig jaar, en hij verwekte zonen en dochteren.

18. Toen Peleg dertig jaar geleefd had, verwekte hij Reü.

19. En Peleg leefde, nadat hij Reü verwekt had, tweehonderd negen jaar, en hij verwekte zonen en dochteren.

20. Toen Reü tweeëndertig jaar geleefd had, verwekte hij Serug.

21. En Reü leefde, nadat hij Serug verwekt had, tweehonderd zeven jaar, en hij verwekte zonen en dochteren.

22. Toen Serug dertig jaar geleefd had, verwekte hij Nachor.

23. En Serug leefde, nadat hij Nachor verwekt had, tweehonderd jaar, en hij verwekte zonen en dochteren.

Lees verder hoofdstuk Genesis 11