22. de mannen van Netofa: zesenvijftig;
23. de mannen van Anatot: honderd achtentwintig;
24. de zonen van Azmawet: tweeënveertig;
25. de zonen van Kirjat-Arim, Kefira en Beërot: zevenhonderd drieënveertig;
26. de zonen van Rama en Geba: zeshonderd eenentwintig;
27. de mannen van Mikmas: honderd tweeëntwintig;
28. de mannen van Betel en Ai: tweehonderd drieëntwintig;