Oude Testament

Nieuwe Testament

Ezra 2:20-28 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

20. de zonen van Gibbar: vijfennegentig;

21. de zonen van Betlehem: honderd drieëntwintig;

22. de mannen van Netofa: zesenvijftig;

23. de mannen van Anatot: honderd achtentwintig;

24. de zonen van Azmawet: tweeënveertig;

25. de zonen van Kirjat-Arim, Kefira en Beërot: zevenhonderd drieënveertig;

26. de zonen van Rama en Geba: zeshonderd eenentwintig;

27. de mannen van Mikmas: honderd tweeëntwintig;

28. de mannen van Betel en Ai: tweehonderd drieëntwintig;

Lees verder hoofdstuk Ezra 2