Oude Testament

Nieuwe Testament

Ezechiël 7:1-8 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Het woord des Heren kwam tot mij:

2. Gij nu, mensenkind, zo zegt de Here Here over het land Israëls: het einde komt! Het einde over de vier hoeken des lands!

3. Nu breekt het einde voor u aan, want Ik zal mijn toorn tegen u loslaten, Ik zal u richten volgens uw wandel en al uw gruwelen aan u vergelden.

4. Ik zal u niet ontzien en geen deernis hebben, maar Ik zal uw wandel aan u vergelden, uw gruwelen zullen op u neerkomen, en gij zult weten, dat Ik de Here ben.

5. Zo zegt de Here Here: Onheil op onheil! Zie, het komt!

6. Er komt een einde; het einde komt! Het wordt wakker over u! Zie, het komt!

7. De doem komt over u, inwoner des lands! De tijd komt! De dag is nabij. Verwarring en geen vreugdegeroep op de bergen!

8. Nu zal Ik weldra mijn grimmigheid over u uitstorten en mijn toorn ten volle over u brengen, Ik zal u richten volgens uw wandel en al uw gruwelen aan u vergelden.

Lees verder hoofdstuk Ezechiël 7