Oude Testament

Nieuwe Testament

Ezechiël 48:8-10 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

8. en naast het gebied van Juda, van de oostzijde tot de westzijde, moet de heffing liggen, die gij zult geven: vijfentwintigduizend (el) breed en de lengte als een der delen van de oostzijde tot de westzijde, en het heiligdom zal in het midden daarvan zijn.

9. De heffing welke gij de Here geven zult, zal vijfentwintigduizend (el) lang en tienduizend (el) breed zijn.

10. En voor de volgenden zal de heilige heffing zijn; voor de priesters: noordwaarts vijfentwintigduizend (el) en westwaarts een breedte van tienduizend (el); oostwaarts is de breedte tienduizend (el) en zuidwaarts is de lengte vijfentwintigduizend (el); en het heiligdom des Heren zal in het midden ervan liggen.

Lees verder hoofdstuk Ezechiël 48