Oude Testament

Nieuwe Testament

Ezechiël 43:22-27 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

22. Op de tweede dag zult gij een gave geitebok tot een zondoffer brengen en men zal het altaar ontzondigen, zoals men het met de stier ontzondigd heeft.

23. Wanneer gij de ontzondiging voleindigd hebt, dan zult gij een gave jonge stier en een gave ram uit het kleinvee brengen.

24. Gij zult ze voor het aangezicht des Heren brengen, en de priesters zullen zout op hen strooien en ze offeren als een brandoffer voor de Here.

25. Zeven dagen zult gij dagelijks een bok als zondoffer bereiden; ook zal men een jonge stier en een ram uit het kleinvee, beide gaaf, bereiden.

26. Zeven dagen zal men over het altaar verzoening doen en het reinigen en wijden.

27. En wanneer men die dagen voleindigd heeft, dan zullen de priesters op de achtste dag en daarna, op het altaar uw brandoffers en uw vredeoffers bereiden, en Ik zal een behagen in u hebben, luidt het woord van de Here Here.

Lees verder hoofdstuk Ezechiël 43