Oude Testament

Nieuwe Testament

Ezechiël 43:1-11 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Toen leidde hij mij naar de poort; het was de poort die gericht was naar het oosten.

2. En zie, de heerlijkheid van de God van Israël kwam uit oostelijke richting, er was een geluid als het gedruis van vele wateren en de aarde straalde vanwege zijn heerlijkheid.

3. Het gezicht dat ik zag, was als het gezicht dat ik gezien had, toen Hij kwam om de stad te vernielen, en het waren gezichten als het gezicht dat ik gezien had bij de rivier de Kebar. Ik viel op mijn aangezicht.

4. En de heerlijkheid des Heren ging het huis binnen door de poort die naar het oosten gericht was,

5. en de Geest nam mij op en bracht mij naar de binnenste voorhof, en zie, de heerlijkheid des Heren vervulde het huis.

6. Toen hoorde ik Hem uit de tempel tot mij spreken, terwijl de man naast mij stond,

7. en Hij zeide tot mij: Mensenkind, (dit is) de plaats van mijn troon en de plaats mijner voetzolen, waar Ik wonen zal onder de Israëlieten tot in eeuwigheid; het huis Israëls zal mijn heilige naam niet meer verontreinigen, zij noch hun koningen, met hun ontucht en met de lijken van hun koningen na hun dood.

8. Doordat zij hun drempel naast mijn drempel gezet hadden en hun deurpost naast mijn deurpost, zodat (alleen) de muur tussen Mij en hen was, verontreinigden zij mijn heilige naam met de gruwelen die zij bedreven, en daarom verteerde Ik hen in mijn toorn.

9. Nu zullen zij hun ontucht en de lijken van hun koningen ver van Mij houden, zodat Ik onder hen wonen kan tot in eeuwigheid.

10. Gij nu, mensenkind, vertel het huis Israëls van de tempel – opdat zij zich schamen over hun ongerechtigheden – en laten zij het model nameten,

11. en als zij zich schamen over alles wat zij bedreven hebben, maak hun dan bekend de vorm van de tempel en zijn inrichting, zijn uitgangen en zijn ingangen, al zijn vormen, al zijn voorschriften, al zijn vormen en al zijn wetten, en schrijf die op voor hun ogen, opdat zij al de vormen en voorschriften ervan nauwgezet ten uitvoer brengen.

Lees verder hoofdstuk Ezechiël 43