Oude Testament

Nieuwe Testament

Ezechiël 41:4-10 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

4. Vervolgens mat hij de lengte (van het binnenvertrek): twintig el, en de breedte: twintig el, langs de hoofdzaal; en hij zeide tot mij: Dit is het Heilige der heiligen.

5. Toen mat hij de muur van het huis: zes el (dik), en de breedte van de ombouw: vier el, overal rondom het huis.

6. De zijvertrekken lagen in drie verdiepingen boven elkaar, in rijen van dertig; en er waren in de muur van het huis rondom inspringingen voor de zijvertrekken, opdat die gesteund zouden worden, want zij werden niet bevestigd in de muur van het huis;

7. en de omgevende zijvertrekken werden op elke hogere verdieping breder; de ombouw van het huis rees steeds hoger rondom het huis; zo kreeg het huis een verbreding naar boven toe, en men steeg uit de onderste verdieping naar de bovenste door de middelste.

8. Ik zag aan het huis rondom een verhoogd terras als onderbouw van de zijvertrekken; dit was een volle roede hoog: zes el, tot aan de aansluiting.

9. De dikte van de muur aan de buitenzijde van de uitbouw was vijf el, evenzo de breedte van het vrijblijvend gedeelte (van het terras). Tussen de zijvertrekken aan het huis

10. en de dienstvertrekken was een breedte van twintig el, overal rondom het huis.

Lees verder hoofdstuk Ezechiël 41