Oude Testament

Nieuwe Testament

Ezechiël 37:14-18 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

14. Ik zal mijn Geest in u geven, zodat gij herleeft en Ik zal u doen wonen in uw land; en gij zult weten, dat Ik, de Here, het gesproken en gedaan heb, luidt het woord des Heren.

15. Het woord des Heren kwam tot mij:

16. Gij mensenkind, neem een stuk hout en schrijf daarop: voor Juda en de Israëlieten die daarbij behoren; neem dan een ander stuk hout en schrijf daarop: voor Jozef – het stuk hout van Efraïm – en het gehele huis Israëls dat daarbij behoort;

17. voeg ze dan aan elkander tot één stuk hout, zodat zij in uw hand tot één worden.

18. Wanneer nu uw volksgenoten u vragen: Wilt gij ons niet meedelen, wat gij daarmee bedoelt?

Lees verder hoofdstuk Ezechiël 37