Oude Testament

Nieuwe Testament

Ezechiël 37:1-6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. De hand des Heren kwam op mij, en de Here voerde mij in de geest naar buiten en zette mij neer in een dal; dat was vol beenderen.

2. Hij deed mij daar aan alle kanten omheen lopen en zie, zij lagen in grote menigte door het dal verspreid, en zie, zij waren zeer dor.

3. En Hij zeide tot mij: Mensenkind, kunnen deze beenderen herleven? En ik zeide: Here Here, Gij weet het.

4. Toen zeide Hij tot mij: Profeteer over deze beenderen en zeg tot hen: gij dorre beenderen, hoort het woord des Heren.

5. Zo spreekt de Here Here tot deze beenderen: Zie, Ik breng geest in u, en gij zult herleven;

6. Ik zal spieren op u leggen, vlees op u doen komen, u met een huid overtrekken en geest in u brengen, zodat gij herleeft; en gij zult weten, dat Ik de Here ben.

Lees verder hoofdstuk Ezechiël 37