Oude Testament

Nieuwe Testament

Ezechiël 16:45-62 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

45. Gij zijt de dochter van uw moeder, die een afkeer had van haar man en haar zonen, gij zijt de zuster uwer zusters, die een afkeer hadden van haar mannen en zonen. Uw moeder was een Hethitische en uw vader een Amoriet.

46. Uw grote zuster was Samaria, die met haar dochters ten noorden van u woonde; en uw kleine zuster die ten zuiden van u woonde, was Sodom met haar dochters.

47. Maar gij hebt zelfs niet gewandeld in haar wegen en naar haar gruwelen gedaan; het duurde niet lang, of gij waart erger dan zij in heel uw gedrag.

48. Zo waar Ik leef, luidt het woord van de Here Here, voorzeker, uw zuster Sodom, samen met haar dochters, heeft niet gedaan wat gij gedaan hebt, samen met uw dochters.

49. Zie, dit was de ongerechtigheid van uw zuster Sodom: in trots, overdaad en zorgeloze rust leefde zij met haar dochters zonder de ellendige en de arme te ondersteunen.

50. Verwaten waren zij en bedreven gruwelen voor mijn aangezicht. Daarom vaagde Ik ze weg, zodra Ik het zag.

51. En Samaria heeft nog niet de helft van uw zonden bedreven; gij hebt meer gruwelen gedaan dan zij. Zo hebt gij uw zusters onschuldig doen schijnen door al de gruwelen die gij bedreven hebt.

52. Draag dan uw schande, gij die het oordeel over uw zusters gunstiger hebt doen worden; door uw zonden, waarin gij gruwelijker hebt gehandeld dan zij, zijn zij minder schuldig dan gij. Schaam u dan en draag uw schande, omdat gij uw zusters onschuldig hebt doen schijnen.

53. En Ik zal een keer brengen in haar lot, het lot van Sodom en haar dochters en het lot van Samaria en haar dochters; en tevens zal Ik een keer brengen in uw lot,

54. opdat gij uw schande draagt en u beschaamd gevoelt over alles wat gij gedaan hebt, waardoor gij haar troost hebt verschaft.

55. Uw zusters, Sodom en haar dochters, zullen terugkeren tot haar vorige staat; Samaria en haar dochters zullen terugkeren tot haar vorige staat; en gij en uw dochters zult eveneens terugkeren tot uw vorige staat.

56. Evenals de naam van uw zuster Sodom nooit over uw lippen kwam ten dage van uw trots,

57. voordat uw verdorvenheid openbaar werd, zo is het nu de tijd, waarop gij een voorwerp van smaad zijt voor de dochters van Aram en al zijn naburen, voor de dochters der Filistijnen, die leedvermaak over u hebben, overal om u heen.

58. Uw schanddaden en uw gruwelen – gij zult ze dragen, luidt het woord des Heren.

59. Want, zo zegt de Here Here: Ik zal u doen, zoals gij gedaan hebt, die de eed gering hebt geacht door het verbond te verbreken.

60. Maar ik zal mijn verbond met u uit de dagen van uw jeugd gedenken, en een eeuwig verbond met u oprichten.

61. Dan zult gij terugdenken aan uw gedrag en u schamen, wanneer gij zowel uw grote als uw kleine zusters zult ontvangen, en Ik u die tot dochters geven zal, hoewel niet op grond van het met u gesloten verbond.

62. Ik zal mijn verbond met u oprichten; en gij zult weten, dat Ik de Here ben,

Lees verder hoofdstuk Ezechiël 16