Oude Testament

Nieuwe Testament

Ezechiël 16:34-47 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

34. Zo was het bij u in uw ontucht juist omgekeerd als bij andere vrouwen; want men liep u niet als hoer achterna, maar, terwijl gij zelf het loon van een hoer gaaft, werd er aan u geen gegeven. Zo was het met u juist omgekeerd.

35. Daarom, hoer, hoor het woord des Heren.

36. Zo zegt de Here Here: Omdat uw eer prijsgegeven en uw schaamte ontbloot werd bij uw ontucht met uw minnaars en met al uw gruwelijke afgoden, en om het bloed uwer zonen die gij hun gegeven hebt –

37. daarom zie, Ik ga al de minnaars die gij behaagd hebt, bijeenbrengen, allen die gij hebt liefgehad zowel als allen van wie gij een afkeer gekregen hebt: Ik zal hen van alle kanten tegen u bijeenbrengen en Ik zal uw schaamte voor hen ontbloten, zodat zij heel uw schaamte zien.

38. Ik zal u richten naar wat men met overspeelsters en bloedvergietsters pleegt te doen; Ik zal u maken tot een voorwerp van bloedige grimmigheid en naijver.

39. Ik zal u in hun macht overgeven, zij zullen uw verhoging neerhalen en uw verheven plaatsen slechten, zij zullen u uw klederen uittrekken, uw sieraden wegnemen en u naakt en bloot doen staan.

40. Zij zullen een menigte tegen u doen optrekken, die u zal stenigen en met zwaarden neerhouwen,

41. en ook uw huizen met vuur zal verbranden en gerichten aan u voltrekken ten aanschouwen van vele vrouwen. Ik zal u met de ontucht doen ophouden, en ook het loon van een hoer zult gij niet meer geven.

42. Daardoor zal Ik mijn grimmigheid tegen u tot bedaren doen komen en mijn naijver zal van u wijken; dan zal Ik tot rust komen en niet langer vertoornd zijn.

43. Omdat gij niet gedacht hebt aan de dagen van uw jeugd, maar door dit alles Mij tot toorn geprikkeld hebt, zal Ik uw wandel op uw hoofd doen neerkomen, luidt het woord van de Here Here. Want hebt gij niet naast al uw gruwelen deze schandelijke ontucht bedreven?

44. Zie, iedere spreukendichter zal over u deze spreuk gebruiken: zo moeder, zo dochter.

45. Gij zijt de dochter van uw moeder, die een afkeer had van haar man en haar zonen, gij zijt de zuster uwer zusters, die een afkeer hadden van haar mannen en zonen. Uw moeder was een Hethitische en uw vader een Amoriet.

46. Uw grote zuster was Samaria, die met haar dochters ten noorden van u woonde; en uw kleine zuster die ten zuiden van u woonde, was Sodom met haar dochters.

47. Maar gij hebt zelfs niet gewandeld in haar wegen en naar haar gruwelen gedaan; het duurde niet lang, of gij waart erger dan zij in heel uw gedrag.

Lees verder hoofdstuk Ezechiël 16