Oude Testament

Nieuwe Testament

Exodus 9:13-17 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

13. En de Here zeide tot Mozes: Sta vroeg in de morgen op, en stel u voor Farao en zeg tot hem: zó zegt de Here, de God der Hebreeën: laat mijn volk gaan om Mij te dienen.

14. Want ditmaal zal Ik al mijn plagen laten losbreken tegen u persoonlijk, tegen uw dienaren en uw volk, opdat gij weet, dat er niemand is op de gehele aarde, zoals Ik.

15. Reeds nu had Ik mijn hand kunnen uitstrekken om u en uw volk met de pest te slaan en zoudt gij van de aarde weggevaagd zijn;

16. doch hierom laat Ik u bestaan, om u mijn kracht te tonen, opdat men mijn naam verkondige op de gehele aarde.

17. Nog steeds verzet gij u tegen mijn volk, zodat gij het niet laat gaan.

Lees verder hoofdstuk Exodus 9