Oude Testament

Nieuwe Testament

Exodus 7:21-25 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

21. de vis in de Nijl stierf, zodat de Nijl stonk en de Egyptenaren het water uit de Nijl niet konden drinken; en er was bloed in het gehele land Egypte.

22. Maar de Egyptische geleerden deden door hun toverkunsten hetzelfde, zodat het hart van Farao verhardde en hij naar hen niet luisterde – zoals de Here gezegd had.

23. Farao wendde zich af, ging naar huis en nam ook dit niet ter harte.

24. Alle Egyptenaren echter groeven in de omgeving van de Nijl naar water om te drinken, want Nijlwater konden zij niet drinken.

25. Zo verliepen zeven volle dagen, nadat de Here de Nijl geslagen had.

Lees verder hoofdstuk Exodus 7