Oude Testament

Nieuwe Testament

Exodus 5:10-15 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

10. Toen gingen de drijvers en opzichters van het volk heen en zeiden tot het volk: Zo zegt Farao: ik geef u geen stro.

11. Gaat er zelf op uit en haalt stro, waar gij het vindt, maar van uw taak gaat niets af.

12. Toen verspreidde zich het volk over het gehele land Egypte om stoppels te verzamelen voor het stro.

13. En de drijvers drongen aan met de woorden: Maakt uw werk af, de bepaalde dagtaak voor elke dag, evengoed als toen er stro was.

14. En de Israëlitische opzichters, aan wie de drijvers van Farao die taak hadden opgelegd, werden geslagen, terwijl hun werd toegevoegd: Waarom hebt gij het vastgestelde getal tichelstenen niet klaar, zoals gisteren en eergisteren, vandaag evengoed als gisteren?

15. Daarop kwamen de Israëlitische opzichters tot Farao en riepen tot hem: Waarom doet gij zó met uw knechten?

Lees verder hoofdstuk Exodus 5