Oude Testament

Nieuwe Testament

Exodus 39:6-11 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

6. Zij bewerkten de chrysopraasstenen, ingevat in gouden kassen, gegraveerd als zegelgraveerwerk, met de namen der zonen van Israël.

7. Hij zette ze op de schouderstukken van de efod als gedachtenisstenen voor de Israëlieten, zoals de Here Mozes geboden had.

8. En hij maakte het borstschild, kunstig werk, op dezelfde wijze als de efod: van goud, blauwpurper, roodpurper, scharlaken en getweernd fijn linnen.

9. Vierkant was het; dubbel maakten zij het borstschild, een span lang en een span breed, dubbel.

10. Zij vulden het met vier rijen stenen: een rij rode jaspis, chrysoliet en malachiet, de eerste rij;

11. de tweede rij: hematiet, lazuursteen en prasem;

Lees verder hoofdstuk Exodus 39