Oude Testament

Nieuwe Testament

Exodus 39:25-28 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

25. Zij maakten belletjes van louter goud en zetten de belletjes tussen de granaatappels op de zomen van het opperkleed, overal tussen de granaatappels:

26. telkens een belletje en een granaatappel, rondom op de zomen van het opperkleed voor de dienst – zoals de Here Mozes geboden had.

27. En zij maakten de onderklederen van fijn linnen, weefwerk, voor Aäron en zijn zonen,

28. de tulband van fijn linnen, de sierlijke hoofddoeken van fijn linnen, de linnen broeken van getweernd fijn linnen,

Lees verder hoofdstuk Exodus 39