Oude Testament

Nieuwe Testament

Exodus 33:3-7 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

3. naar een land, vloeiende van melk en honig. Want Ik zal in uw midden niet optrekken, daar gij een hardnekkig volk zijt, opdat Ik u niet onderweg vertere.

4. Toen het volk dit kwade woord hoorde, treurde het en niemand deed zijn sieraad aan.

5. De Here nu zeide tot Mozes: Zeg tot de Israëlieten: gij zijt een hardnekkig volk. Indien Ik ook maar één ogenblik in uw midden zou optrekken, zou Ik u vernietigen. Nu dan, doe uw sieraad af, dan zal Ik zien, wat Ik u doen zal.

6. En de Israëlieten onthielden zich van sieraad, van de berg Horeb af.

7. Mozes nu nam een tent en spande haar voor zich uit buiten de legerplaats, ver van de legerplaats, en noemde haar: tent der samenkomst. Ieder, die de Here zocht, ging uit naar de tent der samenkomst, die buiten de legerplaats was.

Lees verder hoofdstuk Exodus 33