Oude Testament

Nieuwe Testament

Exodus 28:37-43 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

37. Gij zult haar aan een blauwpurperen snoer bevestigen, en zij zal zich bevinden op de tulband, aan de voorkant van de tulband.

38. Zij zal op het voorhoofd van Aäron zijn, en Aäron zal de schuld dragen, gelegen in de heilige dingen die de Israëlieten heiligen bij al de gaven van hun heilige dingen; ja, zij zal voortdurend op zijn voorhoofd wezen, zodat zij welgevallig zijn vóór het aangezicht des Heren.

39. Gij zult het onderkleed van fijn linnen met ingeweven patroon weven, en een tulband maken van fijn linnen en een gordel zult gij maken van veelkleurig weefwerk.

40. Voor de zonen van Aäron zult gij onderklederen maken en gij zult voor hen gordels maken, en hoofddoeken zult gij voor hen maken tot een prachtig sieraad.

41. Dan zult gij daarmede uw broeder Aäron en zijn zonen bekleden en hen zalven, wijden en heiligen, zodat zij voor Mij het priesterambt bekleden kunnen.

42. Maak voor hen linnen broeken, om hun schaamte te bedekken: van de heupen tot aan de dijen zullen zij reiken.

43. Aäron en zijn zonen zullen die dragen, wanneer zij komen naar de tent der samenkomst of wanneer zij naderen tot het altaar, om dienst te doen in het heiligdom, opdat zij geen ongerechtigheid op zich laden en sterven. Het is een altoosdurende inzetting voor hem en voor zijn nakomelingschap.

Lees verder hoofdstuk Exodus 28