Oude Testament

Nieuwe Testament

Exodus 22:9-24 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

9. Bij elke zaak van verduistering, hetzij van een rund, een ezel, een stuk kleinvee, een gewaad, hetzij van welk verloren voorwerp ook, waarvan (de eigenaar) zegt: dat is het – zal hun beider zaak tot de goden komen. Hij, die de goden schuldig verklaren, zal aan zijn naaste het dubbele als vergoeding geven.

10. Wanneer iemand aan zijn naaste een ezel of een rund of een stuk kleinvee of welk dier ook, te bewaren geeft en het sterft, of het wordt gewond of geroofd, zonder dat iemand het ziet,

11. dan zal de eed bij de Here tussen hen beslissen, of hij niet zijn hand uitgestoken heeft naar de have van zijn naaste, en de eigenaar zal er genoegen mee nemen, de ander behoeft geen vergoeding te geven.

12. Maar indien het zonder meer van hem gestolen is, zal hij aan de eigenaar vergoeding geven.

13. Indien het zonder meer verscheurd is, zal hij het als bewijsstuk overleggen. Het verscheurde zal hij niet vergoeden.

14. Wanneer iemand van zijn naaste (een dier) leent, en het wordt gewond of sterft, terwijl de eigenaar er niet bij was, dan zal hij volledig vergoeding geven.

15. Indien de eigenaar erbij was, zal hij geen vergoeding geven. Indien het gehuurd was, is de schade in de huurprijs inbegrepen.

16. Wanneer iemand een maagd verleidt, die niet ondertrouwd is, en gemeenschap met haar heeft, dan zal hij haar tegen de volle bruidsprijs tot vrouw nemen.

17. Indien haar vader ten stelligste weigert haar aan hem te geven, dan zal hij de bruidsprijs der maagden aan zilver afwegen.

18. Een tovenares zult gij niet in leven laten.

19. Alwie met een dier gemeenschap heeft, zal zeker ter dood gebracht worden.

20. Wie aan de goden offert, behalve aan de Here alleen, zal met de ban geslagen worden.

21. Een vreemdeling zult gij niet onderdrukken, noch hem benauwen, want gij zijt vreemdelingen geweest in het land Egypte.

22. Geen enkele weduwe of wees zult gij verdrukken.

23. Indien gij dezen toch verdrukt, voorzeker zal Ik, indien zij luide tot Mij roepen, hun geroep horen,

24. en mijn toorn zal ontbranden en Ik zal u met het zwaard doden, zodat uw vrouwen weduwen worden en uw kinderen wezen.

Lees verder hoofdstuk Exodus 22