Oude Testament

Nieuwe Testament

Exodus 21:2-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

2. Wanneer gij een Hebreeuwse slaaf koopt, zal hij zes jaar dienen, maar in het zevende jaar zal hij om niet als een vrij man weggaan.

3. Indien hij alleen gekomen is, zal hij alleen weggaan; indien hij gehuwd was, dan zal zijn vrouw met hem weggaan.

4. Indien zijn heer hem een vrouw gegeven heeft en zij hem zonen of dochters gebaard heeft, zal de vrouw met haar kinderen het eigendom blijven van haar heer, en hij zal alleen weggaan.

5. Maar indien de slaaf nadrukkelijk zegt: Ik heb mijn heer, mijn vrouw en mijn kinderen lief, ik wil niet als vrij man weggaan,

Lees verder hoofdstuk Exodus 21