Oude Testament

Nieuwe Testament

Exodus 21:15-24 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

15. Wie zijn vader of zijn moeder slaat, zal zeker ter dood gebracht worden.

16. Wie een mens rooft, hetzij hij hem reeds verkocht heeft, hetzij deze nog in zijn bezit wordt aangetroffen, zal zeker ter dood gebracht worden.

17. Wie zijn vader of zijn moeder vervloekt, zal zeker ter dood gebracht worden.

18. Wanneer mannen twisten en de een slaat de ander met een steen of met de vuist, zodat deze wel niet sterft, maar bedlegerig wordt,

19. dan zal hij die de slag gaf, ongestraft blijven, wanneer de ander opstaat en met zijn stok buiten wandelt; slechts diens gedwongen rusttijd zal hij vergoeden en voor genezing zorgen.

20. Wanneer iemand zijn slaaf of zijn slavin met een stok slaat, zodat deze onder zijn hand sterft, zal deze zeker gewroken worden.

21. Slechts indien hij een dag of twee in leven blijft, zal hij niet gewroken worden, want het is zijn eigen geld.

22. Wanneer mannen vechten en een van hen stoot een zwangere vrouw, zodat haar vrucht afgaat, maar zonder ander letsel, dan zal zeker een boete worden geëist, naardat de man van die vrouw hem oplegt, en hij zal het volgens besluit van de rechters geven.

23. Maar indien er een ander letsel is, zult gij geven leven voor leven,

24. oog voor oog, tand voor tand, hand voor hand, voet voor voet,

Lees verder hoofdstuk Exodus 21