Oude Testament

Nieuwe Testament

Exodus 19:12-16 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

12. Daarom zult gij het volk buiten een bepaalde kring houden en zeggen: Wacht er u voor de berg te bestijgen, of maar de voet ervan aan te raken; ieder die de berg aanraakt, zal zeker ter dood gebracht worden.

13. Geen hand zal hem aanraken, want dan zal men zeker gestenigd of met pijlen doorschoten worden; hetzij dier hetzij mens, hij zal niet blijven leven. Eerst bij de langgerekte toon van de hoorn mogen zij de berg bestijgen.

14. Toen daalde Mozes de berg af naar het volk; hij heiligde het volk en zij wiesen hun klederen.

15. En hij zeide tot het volk: Weest over drie dagen gereed, nadert niet tot een vrouw.

16. En het geschiedde op de derde dag, toen het morgen werd, dat er donderslagen en bliksemstralen en een zware wolk op de berg waren en zeer sterk bazuingeschal, zodat al het volk dat in de legerplaats was, beefde.

Lees verder hoofdstuk Exodus 19