Oude Testament

Nieuwe Testament

Exodus 16:16-27 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

16. Dit is wat de Here geboden heeft: verzamelt ervan naar ieders behoefte; ieder van u kan voor zijn tentgenoten een gomer per hoofd nemen, naar gelang van het zielental.

17. De Israëlieten nu deden zo en verzamelden het, de een meer en de ander minder.

18. Toen zij het in een gomer maten, had hij die meer verzameld had, niet te veel en hij die minder verzameld had, kwam niet te kort. Ieder had naar zijn behoefte verzameld.

19. En Mozes zeide tot hen: Niemand late ervan over tot de morgen.

20. Maar sommigen luisterden niet naar Mozes en lieten ervan over tot de morgen, maar toen was het bedorven van de wormen en stonk. En Mozes werd toornig op hen.

21. Zij nu verzamelden het elke morgen ieder naar zijn behoefte; maar als de zon heet werd, smolt het.

22. En op de zesde dag verzamelden zij tweemaal zoveel brood, twee gomer voor ieder; en al de vorsten der vergadering kwamen het Mozes berichten.

23. Toen zeide hij tot hen: Dit is wat de Here gezegd heeft: een rustdag, een heilige sabbat is het morgen voor de Here; bakt wat gij bakken wilt en kookt wat gij koken wilt; laat al wat overblijft liggen om het tot de volgende morgen te bewaren.

24. Zij lieten het dan tot de volgende morgen liggen, zoals Mozes bevolen had; toen stonk het niet, en er waren geen maden in.

25. Voorts zeide Mozes: Eet dit vandaag, want heden is het sabbat voor de Here, vandaag zult gij het niet vinden op het veld.

26. Zes dagen zult gij het verzamelen, maar op de zevende dag is het sabbat; dan is het er niet.

27. Toen er dan ook van het volk op de zevende dag heengingen om wat te verzamelen, vonden zij het niet.

Lees verder hoofdstuk Exodus 16