Oude Testament

Nieuwe Testament

Exodus 11:8-10 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

8. En al uw dienaren hier zullen tot mij komen en zich voor mij nederbuigen en zeggen: Ga heen, gij en al het volk dat u volgt; daarna zal ik heengaan. Toen ging hij in brandende toorn van Farao heen.

9. En de Here zeide tot Mozes: Farao zal naar u niet luisteren, opdat mijn wonderen in het land Egypte talrijk worden.

10. Mozes en Aäron nu hebben al deze wonderen gedaan voor het aangezicht van Farao. Maar de Here verhardde het hart van Farao, zodat hij de Israëlieten niet uit zijn land liet gaan.

Lees verder hoofdstuk Exodus 11