Oude Testament

Nieuwe Testament

Ester 9:14-20 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

14. De koning beval, dat aldus geschieden zou en een wet werd in Susan uitgevaardigd en men spietste de tien zonen van Haman.

15. Dus verzamelden zich de Joden in Susan ook op de veertiende dag van de maand Adar en doodden in Susan driehonderd man, maar zij staken hun handen niet uit naar de buit.

16. En de overige Joden in de gewesten des konings verzamelden zich en verdedigden hun leven en kregen rust van hun vijanden; zij doodden onder hun haters vijfenzeventigduizend, maar zij staken hun handen niet uit naar de buit,

17. op de dertiende dag van de maand Adar. Op de veertiende dag rustten zij en zij maakten die tot een dag van feestmaal en vreugde.

18. De Joden in Susan echter verzamelden zich zowel op de dertiende als op de veertiende van die maand. Zij rustten op de vijftiende dag en maakten deze tot een dag van feestmaal en vreugde.

19. Daarom vieren de Joden op het land, zij die de niet bemuurde steden bewonen, de veertiende dag der maand Adar als een dag van vreugde en feestmaal en als een dag, waarop men elkander geschenken zendt.

20. En Mordekai schreef deze gebeurtenissen op en zond brieven aan al de Joden, nabij en ver, in al de gewesten van koning Ahasveros,

Lees verder hoofdstuk Ester 9